“Als je vragen hebt, stel ze. Iedereen kan mij mailen of bellen”
Peter van Meel, uitvoerend bestuurder bij het Pensioenfonds ING
In mei nam de Eerste Kamer een besluit over het aannemen van de Wet toekomst pensioenen. Uitvoerend bestuurder PFI Peter van Meel wil alle vragen van deelnemers over de mogelijke effecten van deze wet beantwoorden. Dick Bukman, voorzitter VO-NN en Angela van Leeuwen, hoofdredacteur Magazine VO-NN aarzelden niet en gingen met Peter in gesprek om antwoorden te krijgen op enige prangende en kritische vragen van onze leden.
Bij het Pensioenfonds ING heb je te maken met deelnemers die nog niet met pensioen zijn en deelnemers die al wel met pensioen zijn. Voor beide groepen is het van belang te weten wat het beleid van het Pensioenfonds is. Kun je iets zeggen over dit beleid?
Peter: “Als je kijkt naar onze missie en visie is wat wij willen: een waardevast pensioenfonds zijn, waarbij wij waar mogelijk kunnen indexeren. Een pensioenfonds waarbij iedereen in de basis weet wat hij krijgt, de inflatie wordt gecompenseerd, zodat je ook alle rekeningen kunt blijven betalen en de dingen kunt blijven doen zoals je van plan was om te doen. Daar is ons beleid op gericht en dat is waar wij voor staan. Hoe we dat voor elkaar krijgen? We moeten rendement behalen om de indexatie mogelijk te maken. Dat betekent zo voorzichtig mogelijk beleggen, maar wel zodanig dat het pensioen waardevast blijft, dus dat inflatie zoveel mogelijk gecompenseerd wordt. Met de huidige dekkingsgraad zitten we goed op schema en kunnen we voorzichtig zijn met onze beleggingen. Het vermogen van het PFI groeit niet vanzelf aan, dus je moet wel risico nemen om rendement te behalen. De risico’s die je neemt, moet je kunnen uitleggen aan de deelnemers. Je probeert te balanceren door zo veilig mogelijk te beleggen, maar wel zodanig dat je de pensioenen kunt blijven betalen en waar mogelijk kunt indexeren.” Hoe gaat het als straks bij het nieuwe pensioenstel ieder een eigen potje krijgt? Peter: “Als we straks eventueel overgaan naar het nieuwe pensioenstelsel, dan heeft het PFI de voorkeur voor de solidaire premieregeling. Het principe blijft dan hetzelfde; het beleggen blijven wij collectief doen. Wij vragen wel aan de deelnemers: ‘Hoeveel risico wil je lopen?’ Dan moet je eerst uitleggen: Wat is risico en wat kan dat voor jouw pensioen betekenen? Op basis van de reacties zeggen we; dan is dit de beste beleidsstrategie en zoveel risico willen we lopen. Dit verschilt dus niet met het nieuwe pensioenstelsel ten opzichte van het huidige pensioenstelsel. Wij hebben een paar jaar terug onze deelnemers gevraagd naar de mate waarin ons Fonds beleggingsrisico’s moet nemen, de zogeheten risicohouding. Wij toetsen de houding van onze deelnemers met regelmaat en stemmen daar ons beleggingsbeleid op af.” Risicohouding vanuit de deelnemers is toch vrij vertaald een waardevast pensioen en het liefst ieder jaar een beetje meer? Peter: ‘Dat klopt, dat is ook wat wij horen. Gepensioneerden zeggen; ik wil nominaal het bedrag krijgen dat ik nu heb en ik wil ieder jaar de indexatie erbij zodat ik een waardevast pensioen behoud. Compensatie voor de inflatie vindt men voldoende. Meer mag altijd, maar dat is geen noodzaak. Als je die kers op de taart wilt hebben, zoals het wel eens wordt genoemd, dan moet je, om dat te kunnen realiseren, meer risico nemen. Ik zou dat persoonlijk niet willen. En de deelnemers hebben desgevraagd ook aangegeven dat zij dit niet willen.” Is het mogelijk om alle 66.996 deelnemers tevreden te stellen waar het gaat om de toekomst van hun pensioen? Peter: “We proberen het wel, maar het is een illusie om te bedenken dat je iedereen tevreden kunt stellen. Ik vind het belangrijk dat ik toegankelijk ben. Dat als mensen vragen hebben, ze die vragen ook kunnen stellen. Iedereen kan mij mailen of bellen. Daarnaast proberen we mensen de gelegenheid te geven om contact met ons te zoeken, bijvoorbeeld tijdens de ledendagen. Vooral in de pauzes, na mijn presentatie, komen mensen met hun vraag naar mij toe. Pensioen is toch iets persoonlijks en mensen willen vaak niet dat een ander hoort welke vraag hij of zij stelt. Ook zijn mensen bang dat een vraag door anderen wordt beoordeeld als een domme vraag, maar een vraag kan nooit dom zijn!” Mensen maken zich zorgen en welke vraag stellen ze dan? Peter: “Uit een van die gesprekken die ik met deelnemers heb gehad, kwam bijvoorbeeld de zorg over het nabestaandenpensioen naar voren. ‘Als ik dadelijk met pensioen ga, wat betekent dit dan voor mijn partner? Krijgt hij of zij dan een eigen potje?’ Iedereen ging in potjes denken, maar de eigenlijke vraag is: ‘Als ik zou overlijden voor mijn pensioen, houdt mijn partner dan nog voldoende over om redelijk rond te kunnen komen?’ Mensen willen weten of het nabestaandenpensioen hetzelfde blijft als we over gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Daarin kan ik ze geruststellen: bij PFI blijven aanspraken op nabestaandenpensioen gelijk na een eventuele overgang naar het nieuwe stelsel.”
Peter van Meel: "Als we in het oude systeem blijven dan kunnen we de buffer van 30% niet uitdelen. Dan mogen we niet meer dan de inflatie geven."
Deelnemers van het Pensioenfonds wordt ook gevraagd vragen in te sturen. Mijn vraag en jouw antwoord is weergegeven in een speciale uitgave van Antwoorden over het nieuwe pensioenstelsel. Naar aanleiding van mijn vraag en jouw antwoord, stond er onlangs een kritisch blog op de website van VO-NN. Hoe gaan jij en PFI hiermee om? Peter: “Wat we nu doen is in gesprek gaan en proberen uit te zoeken wat de onderliggende zorgen zijn. Meestal is de ondergrond een emotie, een gevoel, en tegen emoties kun je niet zeggen; het zit zo en zo in elkaar, dus hoef jij je geen zorgen te maken. Zo werkt dat niet. Wat ik wel kan doen is zoveel mogelijk mensen de gelegenheid geven om ook hun zorg te uiten, in gesprek daarover gaan en door informatie te geven proberen om ze gerust te stellen.” Wat zou jij zeggen tegen een gepensioneerde deelnemer die ongerust is dat er bij de invoering van het nieuwe stelsel aan zijn of haar pensioen wordt geknabbeld? Peter: “Veranderingen zijn lastig, maar als de hele omgeving verandert dan kun je wel blijven zitten, maar je kunt ook proberen er zoveel mogelijk van te maken en kijken of er in de nieuwe situatie wellicht kansen zitten. Kan ik de dingen waar we zo gehecht aan zijn, ook realiseren in de nieuwe situatie? Dus: kunnen wij ervoor zorgen dat in de nieuwe situatie het pensioen ook meegroeit met de inflatie? Dat als een partner overlijdt, hij of zij nog steeds een nabestaandenpensioen krijgt. We willen uitleggen wat we doen en gaan doen. Informatie blijven geven. Het is vaak zenden, maar gepensioneerden moeten de tijd hebben en nemen om te lezen en vragen te stellen. We doen al de gebruikelijke dingen met de communicatie, maar om in gesprek te blijven, kunnen we wellicht nog een toer door het land maken zodat mensen nog gemakkelijker de gelegenheid hebben om antwoorden op hun vragen te krijgen.” De vraag van een van onze leden is: Als Peter gepensioneerd zou zijn en zijn pensioen zit in PFI, Zou dan het nieuwe stelsel dan zijn voorkeur hebben Peter: “Ik heb pensioen opgebouwd bij PFI Mijn pensioen en mijn antwoord is dat ik persoonlijk wel over zou willen gaan naar het nieuwe stelsel als gepensioneerde. Omdat ik oprecht denk dat ik er dan op vooruit zou gaan. We hebben nu een hele hoge dekkingsgraad, meer dan 150%. Stel: je hebt een dekkingsgraad nodig van 120% om de pensioenen waardevast uit te keren en waar mogelijk te indexeren, dan houd je 30% over om direct te verdelen over de ‘individuele pensioenpotjes’. Als we in het oude systeem blijven dan kunnen we deze buffer niet uitdelen. Dan mogen we niet meer dan de inflatie geven.” De tevredenheid van de deelnemers is een dikke 8. Wat gaan jullie doen om deze waardering te behouden? Peter: “Door te blijven luisteren en aandacht te geven. Je kunt niet alle zorgen wegnemen maar je kunt wel blijven luisteren. Dat je laat zien dat je iets doet met de vragen die gesteld worden. Dat je probeert dingen te verbeteren. Het gebeurt ook dat mensen dingen naar voren brengen die je zelf niet ziet. Je kunt niet ontkennen dat wij als pensioenprofessionals alles vanuit een bepaalde denkrichting bekijken. We zijn heel goed in het in kaart brengen van diverse scenario’s, maar vanuit de gepensioneerden komen hele andere gedachten waar wij zelf nog niet op waren gekomen. Dan moet je daar wel op ingaan.” Welke vraag hadden jullie zelf niet bedacht? Peter: “De vraag of de persoonlijke pensioenpot in het nieuwe stelsel leeg kan raken, was bij ons nooit opgekomen. Het is dat we daar vanuit de deelnemers veel vragen over kregen. Mensen hebben het idee dat het Fonds een soort bankrekening is, waar voortdurend geld vanaf wordt gehaald en dat die rekening dan op een gegeven moment leeg is. Dat is dus niet zo. Vanuit mijn vak ben je voortdurend bezig met berekeningen maken. Met mijn team weet ik hoe de systematiek werkt. Dus dan kijk je: dit verloopt zo, dit gaat die kant op. Wij hebben het dan al uitgestippeld. Voor onszelf. Maar dat iemand die er vanuit een hele andere kant naar kijkt een vraag stelt die wij onszelf niet hebben gesteld, betekent dat we nog meer van buiten naar binnen moeten halen en met zoveel mogelijk mensen moeten blijven praten. Dan krijg je ook een frisse blik op de zaken waar onze deelnemers wellicht mee worstelen. En voor de zekerheid; ook in het nieuwe stelsel geldt – net als in het huidige stelsel – er is voor u een levenslang pensioen. Uw pensioenpotje kan dus niet leegraken. Hoe oud u ook wordt.” (Angela van Leeuwen)
Het Pensioenfonds ING (PFI) omvat 66.996 deelnemers, het belegd vermogen is €25,6 miljard, de dekkingsgraad 156,6% en de tevredenheid van de deelnemers 8.0
Wie is Peter van Meel?
Peter van Meel is 52, jaar en getrouwd met een pensioenjuriste. Hij heeft een dochter van 17. Peter is econometrist en werkte bij NN en ING Corporate Reinsurance. Vanaf 2016 is hij niet-uitvoerend bestuurder en vanaf 2019 uitvoerend bestuurder bij PFI. Peter heeft zelf ook pensioen opgebouwd bij PFI. Zijn hobby’s: hardlopen en fietsen.
Meer informatie over de nieuwe pensioenregeling, klik hier
“Als je vragen hebt, stel ze. Iedereen kan mij mailen of bellen”
Peter van Meel, uitvoerend bestuurder bij het Pensioenfonds ING
In mei nam de Eerste Kamer een besluit over het aannemen van de Wet toekomst pensioenen. Uitvoerend bestuurder PFI Peter van Meel wil alle vragen van deelnemers over de mogelijke effecten van deze wet beantwoorden. Dick Bukman, voorzitter VO-NN en Angela van Leeuwen, hoofdredacteur Magazine VO-NN aarzelden niet en gingen met Peter in gesprek om antwoorden te krijgen op enige prangende en kritische vragen van onze leden.
Bij het Pensioenfonds ING heb je te maken met deelnemers die nog niet met pensioen zijn en deelnemers die al wel met pensioen zijn. Voor beide groepen is het van belang te weten wat het beleid van het Pensioenfonds is. Kun je iets zeggen over dit beleid?
Peter: “Als je kijkt naar onze missie en visie is wat wij willen: een waardevast pensioenfonds zijn, waarbij wij waar mogelijk kunnen indexeren. Een pensioenfonds waarbij iedereen in de basis weet wat hij krijgt, de inflatie wordt gecompenseerd, zodat je ook alle rekeningen kunt blijven betalen en de dingen kunt blijven doen zoals je van plan was om te doen. Daar is ons beleid op gericht en dat is waar wij voor staan. Hoe we dat voor elkaar krijgen? We moeten rendement behalen om de indexatie mogelijk te maken. Dat betekent zo voorzichtig mogelijk beleggen, maar wel zodanig dat het pensioen waardevast blijft, dus dat inflatie zoveel mogelijk gecompenseerd wordt. Met de huidige dekkingsgraad zitten we goed op schema en kunnen we voorzichtig zijn met onze beleggingen. Het vermogen van het PFI groeit niet vanzelf aan, dus je moet wel risico nemen om rendement te behalen. De risico’s die je neemt, moet je kunnen uitleggen aan de deelnemers. Je probeert te balanceren door zo veilig mogelijk te beleggen, maar wel zodanig dat je de pensioenen kunt blijven betalen en waar mogelijk kunt indexeren.” Hoe gaat het als straks bij het nieuwe pensioenstel ieder een eigen potje krijgt? Peter: “Als we straks eventueel overgaan naar het nieuwe pensioenstelsel, dan heeft het PFI de voorkeur voor de solidaire premieregeling. Het principe blijft dan hetzelfde; het beleggen blijven wij collectief doen. Wij vragen wel aan de deelnemers: ‘Hoeveel risico wil je lopen?’ Dan moet je eerst uitleggen: Wat is risico en wat kan dat voor jouw pensioen betekenen? Op basis van de reacties zeggen we; dan is dit de beste beleidsstrategie en zoveel risico willen we lopen. Dit verschilt dus niet met het nieuwe pensioenstelsel ten opzichte van het huidige pensioenstelsel. Wij hebben een paar jaar terug onze deelnemers gevraagd naar de mate waarin ons Fonds beleggingsrisico’s moet nemen, de zogeheten risicohouding. Wij toetsen de houding van onze deelnemers met regelmaat en stemmen daar ons beleggingsbeleid op af.” Risicohouding vanuit de deelnemers is toch vrij vertaald een waardevast pensioen en het liefst ieder jaar een beetje meer? Peter: ‘Dat klopt, dat is ook wat wij horen. Gepensioneerden zeggen; ik wil nominaal het bedrag krijgen dat ik nu heb en ik wil ieder jaar de indexatie erbij zodat ik een waardevast pensioen behoud. Compensatie voor de inflatie vindt men voldoende. Meer mag altijd, maar dat is geen noodzaak. Als je die kers op de taart wilt hebben, zoals het wel eens wordt genoemd, dan moet je, om dat te kunnen realiseren, meer risico nemen. Ik zou dat persoonlijk niet willen. En de deelnemers hebben desgevraagd ook aangegeven dat zij dit niet willen.” Is het mogelijk om alle 66.996 deelnemers tevreden te stellen waar het gaat om de toekomst van hun pensioen? Peter: “We proberen het wel, maar het is een illusie om te bedenken dat je iedereen tevreden kunt stellen. Ik vind het belangrijk dat ik toegankelijk ben. Dat als mensen vragen hebben, ze die vragen ook kunnen stellen. Iedereen kan mij mailen of bellen. Daarnaast proberen we mensen de gelegenheid te geven om contact met ons te zoeken, bijvoorbeeld tijdens de ledendagen. Vooral in de pauzes, na mijn presentatie, komen mensen met hun vraag naar mij toe. Pensioen is toch iets persoonlijks en mensen willen vaak niet dat een ander hoort welke vraag hij of zij stelt. Ook zijn mensen bang dat een vraag door anderen wordt beoordeeld als een domme vraag, maar een vraag kan nooit dom zijn!” Mensen maken zich zorgen en welke vraag stellen ze dan? Peter: “Uit een van die gesprekken die ik met deelnemers heb gehad, kwam bijvoorbeeld de zorg over het nabestaandenpensioen naar voren. ‘Als ik dadelijk met pensioen ga, wat betekent dit dan voor mijn partner? Krijgt hij of zij dan een eigen potje?’ Iedereen ging in potjes denken, maar de eigenlijke vraag is: ‘Als ik zou overlijden voor mijn pensioen, houdt mijn partner dan nog voldoende over om redelijk rond te kunnen komen?’ Mensen willen weten of het nabestaandenpensioen hetzelfde blijft als we over gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Daarin kan ik ze geruststellen: bij PFI blijven aanspraken op nabestaandenpensioen gelijk na een eventuele overgang naar het nieuwe stelsel.”
Peter van Meel: "Als we in het oude systeem blijven dan kunnen we de buffer van 30% niet uitdelen. Dan mogen we niet meer dan de inflatie geven."
Deelnemers van het Pensioenfonds wordt ook gevraagd vragen in te sturen. Mijn vraag en jouw antwoord is weergegeven in een speciale uitgave van Antwoorden over het nieuwe pensioenstelsel. Naar aanleiding van mijn vraag en jouw antwoord, stond er onlangs een kritisch blog op de website van VO-NN. Hoe gaan jij en PFI hiermee om? Peter: “Wat we nu doen is in gesprek gaan en proberen uit te zoeken wat de onderliggende zorgen zijn. Meestal is de ondergrond een emotie, een gevoel, en tegen emoties kun je niet zeggen; het zit zo en zo in elkaar, dus hoef jij je geen zorgen te maken. Zo werkt dat niet. Wat ik wel kan doen is zoveel mogelijk mensen de gelegenheid geven om ook hun zorg te uiten, in gesprek daarover gaan en door informatie te geven proberen om ze gerust te stellen.” Wat zou jij zeggen tegen een gepensioneerde deelnemer die ongerust is dat er bij de invoering van het nieuwe stelsel aan zijn of haar pensioen wordt geknabbeld? Peter: “Veranderingen zijn lastig, maar als de hele omgeving verandert dan kun je wel blijven zitten, maar je kunt ook proberen er zoveel mogelijk van te maken en kijken of er in de nieuwe situatie wellicht kansen zitten. Kan ik de dingen waar we zo gehecht aan zijn, ook realiseren in de nieuwe situatie? Dus: kunnen wij ervoor zorgen dat in de nieuwe situatie het pensioen ook meegroeit met de inflatie? Dat als een partner overlijdt, hij of zij nog steeds een nabestaandenpensioen krijgt. We willen uitleggen wat we doen en gaan doen. Informatie blijven geven. Het is vaak zenden, maar gepensioneerden moeten de tijd hebben en nemen om te lezen en vragen te stellen. We doen al de gebruikelijke dingen met de communicatie, maar om in gesprek te blijven, kunnen we wellicht nog een toer door het land maken zodat mensen nog gemakkelijker de gelegenheid hebben om antwoorden op hun vragen te krijgen.” De vraag van een van onze leden is: Als Peter gepensioneerd zou zijn en zijn pensioen zit in PFI, Zou dan het nieuwe stelsel dan zijn voorkeur hebben Peter: “Ik heb pensioen opgebouwd bij PFI Mijn pensioen en mijn antwoord is dat ik persoonlijk wel over zou willen gaan naar het nieuwe stelsel als gepensioneerde. Omdat ik oprecht denk dat ik er dan op vooruit zou gaan. We hebben nu een hele hoge dekkingsgraad, meer dan 150%. Stel: je hebt een dekkingsgraad nodig van 120% om de pensioenen waardevast uit te keren en waar mogelijk te indexeren, dan houd je 30% over om direct te verdelen over de ‘individuele pensioenpotjes’. Als we in het oude systeem blijven dan kunnen we deze buffer niet uitdelen. Dan mogen we niet meer dan de inflatie geven.” De tevredenheid van de deelnemers is een dikke 8. Wat gaan jullie doen om deze waardering te behouden? Peter: “Door te blijven luisteren en aandacht te geven. Je kunt niet alle zorgen wegnemen maar je kunt wel blijven luisteren. Dat je laat zien dat je iets doet met de vragen die gesteld worden. Dat je probeert dingen te verbeteren. Het gebeurt ook dat mensen dingen naar voren brengen die je zelf niet ziet. Je kunt niet ontkennen dat wij als pensioenprofessionals alles vanuit een bepaalde denkrichting bekijken. We zijn heel goed in het in kaart brengen van diverse scenario’s, maar vanuit de gepensioneerden komen hele andere gedachten waar wij zelf nog niet op waren gekomen. Dan moet je daar wel op ingaan.” Welke vraag hadden jullie zelf niet bedacht? Peter: “De vraag of de persoonlijke pensioenpot in het nieuwe stelsel leeg kan raken, was bij ons nooit opgekomen. Het is dat we daar vanuit de deelnemers veel vragen over kregen. Mensen hebben het idee dat het Fonds een soort bankrekening is, waar voortdurend geld vanaf wordt gehaald en dat die rekening dan op een gegeven moment leeg is. Dat is dus niet zo. Vanuit mijn vak ben je voortdurend bezig met berekeningen maken. Met mijn team weet ik hoe de systematiek werkt. Dus dan kijk je: dit verloopt zo, dit gaat die kant op. Wij hebben het dan al uitgestippeld. Voor onszelf. Maar dat iemand die er vanuit een hele andere kant naar kijkt een vraag stelt die wij onszelf niet hebben gesteld, betekent dat we nog meer van buiten naar binnen moeten halen en met zoveel mogelijk mensen moeten blijven praten. Dan krijg je ook een frisse blik op de zaken waar onze deelnemers wellicht mee worstelen. En voor de zekerheid; ook in het nieuwe stelsel geldt – net als in het huidige stelsel – er is voor u een levenslang pensioen. Uw pensioenpotje kan dus niet leegraken. Hoe oud u ook wordt.” (Angela van Leeuwen)
Het Pensioenfonds ING (PFI) omvat 66.996 deelnemers, het belegd vermogen is €25,6 miljard, de dekkingsgraad 156,6% en de tevredenheid van de deelnemers 8.0
Wie is Peter van Meel?
Peter van Meel is 52, jaar en getrouwd met een pensioenjuriste. Hij heeft een dochter van 17. Peter is econometrist en werkte bij NN en ING Corporate Reinsurance. Vanaf 2016 is hij niet-uitvoerend bestuurder en vanaf 2019 uitvoerend bestuurder bij PFI. Peter heeft zelf ook pensioen opgebouwd bij PFI. Zijn hobby’s: hardlopen en fietsen.
Meer informatie over de nieuwe pensioenregeling, klik hier