Ze kijken met warme gevoelens terug op hun bestuursjaren bij de vereniging. En zoals dat gaat met ouwe jongens: over sport praten vormt een vast gespreksonderwerp. Niek Hakvoort en René Labordus zwaaien af en kijken terug.
Niek Hakvoort (75) zat vanaf 2017 in het bestuur van VO-NN, direct na de start. Eerder had hij zich al ingespannen voor de VSI, de voorloper van VO-NN en VO-ING. Het langeafstandswandelen gaat niet zo goed meer, tot zijn grote spijt. Maar drie keer per week in de sportschool werken aan het onderhoud van lijf en leden en op de elektrische fiets toeren, gaat nog wel. In het bestuur was hij verantwoordelijk voor de activiteiten, uitstapjes en bijeenkomsten. Een ‘sneu’ dossier in coronatijd; er kon niks en er mocht niks, bijna twee jaar lang. Nu alweer bijna een jaar na de laatste lockdown is de frequentie van de uitstapjes en excursies nog niet helemaal terug op het oude niveau, maar hij vertrouwt erop dat dit wel weer goed gaat komen. Hoe komt dat achterblijven? Niek: “Als je het vergelijkt met VO-ING kijk je wel naar een grotere vereniging, waar meer mensen de organisatie kunnen oppakken en waar de regionale spreiding van de leden veel groter is. De tijden zijn ook veranderd. Mensen willen niet ver rijden en buiten de Randstad zitten bij VO-NN relatief veel minder leden, dus de aantallen geïnteresseerden zijn ook kleiner. En niet iedereen heeft tijd en gelegenheid om de organisatie op zich te nemen, we hebben dus meer ‘sjouwers’ nodig. Mijn opvolger is Wim van den Elsacker. Hij heeft gelukkig nieuwe zin en een hoop plannen.”
Niek Hakvoort:
“Niet langer de hele weekagenda vullen.”
Wat ga je met je nieuwe vrije tijd doen? Niek: “Ik stap ook uit onze VVE. Niet langer de hele weekagenda vullen. Drie keer per week sporten. Ik reis graag met mijn vrouw Friederike. We reizen graag naar Italië. Recent nog hebben we de noordelijke wijngebieden in Italië doorkruist en bezochten we de Biennale in Venetië. Verder zijn we altijd in voor concerten, kunst en opera. Wel mis ik het wandelen, maar met fietstochten kan ik veel compenseren. Ik blijf nog wel in de activiteitencommissie zitten voor hand- en spandiensten.” René Labordus (67) was sinds 2017 verantwoordelijk voor de communicatie en onder meer voor de website en het ledenmagazine van onze vereniging. Het hoofdredacteurschap heeft hij vorig jaar al overgedragen aan Angela van Leeuwen. Paul de Widt volgt hem op in het bestuur en wordt voorzitter van de commissie Communicatie. Niet dat René nu op zijn lauweren gaat rusten, de agenda zit nog erg vol: aandacht voor familie (drie kinderen en vijf kleinkinderen van twee tot twaalf jaar), vrijwilligerswerk, een dag in de week oppassen en sport. Welke sport? “Ach, je weet wel: beetje golf, langeafstandspaden wandelen, bridge en tennis, naast dat opa spelen. Daarnaast besteed ik veel tijd aan Stichting Vier het Leven. Deze zet zich in voor eenzame mensen. Die nemen we ergens mee naartoe. Ik werd voor het bestuur gevraagd, maar ik wil liever het werk zelf doen. Het is heel mooi werk. Ik neig wat meer naar de zorgkant. Neem nu de eenzaamheid, dat zijn vaak ook schrijnende verhalen. Eenzaamheid is een groot probleem. Velen voelen zich opgesloten achter de voordeur. Het is mooi werk om iets voor ze te kunnen betekenen. Ik zit altijd wel ergens in wat commissies van verenigingen.“
René Labordus:
“De kern blijft toch het belangenbehartigen van het pensioen.”
Wat waardeer je als je terugkijkt op je bestuurstijd? René: “Ik heb het oranjegevoel in de club erg gewaardeerd. Ook heb ik het tijdelijk voorzitterschap – tot twee keer toe van VO-NN – leuk gevonden, net als de bestuurs- en ledenraadsvergaderingen met een plezierig actieve ledenraad. De vorming van de commissie Communicatie met professionals was eveneens een genot en een mooie erfenis. Verder natuurlijk de golftoernooien en straks het eerste bridgetoernooi.” Niek: “Zou het een generatieding zijn? Tot halverwege de jaren negentig was NN een hechte club. Door veranderende managementstijlen is toen veel veranderd.” René: “Om dat oranjegevoel terug te krijgen, moet je het meer zoeken op microniveau, waar mensen elkaar weten te vinden. De huidige medewerkers hebben een steeds zakelijker relatie met het bedrijf en ook met de vereniging. Voor deelpopulaties zouden we bijeenkomsten organiseren, bijvoorbeeld voor de oud-medewerkers van de buitendienst. Ik geloof niet dat een zakelijk belang de trigger is om lid te worden van de vereniging. Ledenaanwas komt vooral uit ons eigen netwerk. De kern blijft toch het belangenbehartigen van het pensioen en een link houden met ‘de club’.” Niek, is je gelukt wat je voor ogen stond? “Acht uitstapjes per jaar, een nieuwjaarsreceptie en een landelijke ledendag. Corona heeft wel een cesuur gegeven in de activiteiten. We vergrijzen ook steeds verder, De zestigers zijn zeventigers geworden. Leden blijven een stukje varen, rondlopen op een boot en zo elkaar ontmoeten, erg leuk vinden. Opvolger Wim van den Elsacker zal de grote lijn doorzetten.” Uitdagingen voor jullie opvolgers? Niek en René eensluidend: “De ledenaanwas is een vraagstuk. Een tijdlang vielen er meer leden weg dan erbij kwamen. Dat moet andersom.” (Ewald Wagenaar)