“PFI heeft vier redenen om positief te zijn over het 'invaren'. Daarmee ben ik het wel eens”
De samenstelling van de commissie Pensioenen wijzigde recent door de komst van arbeidsrechtadvocaat en oud-collega Mathilde Reintjes. In een paar vragen en antwoorden: wie is Mathilde en waarvoor gaat zij zich sterk maken?
Wat is jouw ervaring met pensioenen? Mathilde: “Die ervaring heb ik na de overstap van ING naar NS opgedaan. Als directeur HRM was ik verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden van de NS-medewerkers. NS heeft een pensioenregeling bij het pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer. Daarvan ben ik in 2019 bestuurslid geworden. Inmiddels heb ik een nieuwe stap in mijn loopbaan gezet: ik ben advocaat arbeidsrecht geworden. Daarmee is de cirkel rond: ik was namelijk advocaat voordat ik bij ING startte. Ik help regelmatig werkgevers en werknemers met zaken waarbij pensioenkennis nodig is. Ik ben naast mijn Arbeidsrechtpraktijk ook nog steeds bestuurslid van Rail & OV. Ook daar zijn we bezig met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.” Wat speelt een hoofdrol bij de commissie Pensioenen, denk je? “Het nieuwe pensioenstelsel en het hoorrecht. Sociale partners, de werkgevers en vakbonden moeten de verenigingen van oud-medewerkers raadplegen voor de overgang naar het nieuwe stelsel. Wij kunnen dus een reactie geven op het plan voor de overgang. In de commissie Pensioenen bereiden we dat voor.” Wat denk jij aan dit belangrijke onderdeel van de verenigingen bij te gaan dragen? “Ik heb inhoudelijke kennis van pensioenen, bestuurlijke ervaring en ervaring in overleg met vakbonden. Vanuit die invalshoeken lever ik mijn bijdrage. We hebben bijvoorbeeld in de commissie Pensioenen afgesproken dat ik de contacten met de vakbonden onderhoud. Dat is belangrijk voor ons hoorrecht dat niet-bindend is. Sociale partners zijn niet verplicht ons oordeel uit te voeren. We willen contacten onderhouden met ze om te bevorderen dat ze ons oordeel ook uitvoeren.” Wat vind je leuk aan pensioenen? “Pensioen zorgt voor een inkomen bij ouderdom en arbeidsongeschiktheid. Het is van groot sociaal belang in onze maatschappij en dat moeten we koesteren. Veel werknemers hebben geen idee hoe belangrijk het is. Daarom is het essentieel om het grote belang te blijven uitdragen.” Wat is jouw persoonlijke standpunt rond het nieuwe stelsel en het al dan niet 'invaren' door PFI? “Ik snap dat het huidige stelsel verandert. Mensen worden ouder, er zijn minder werkenden ten opzichte van gepensioneerden, mensen veranderen vaker van baan. De situatie bij PFI is bijzonder omdat we een relatief rijk en gesloten fonds hebben. Niet alle algemene argumenten voor overgang naar het nieuwe stelsel zijn op PFI van toepassing. Dat roept natuurlijk de vraag op waarom je iets zou veranderen als het nu ook goed is.
Mathilde Reintjes: “... contacten onderhouden met sociale partners ...”
En...? PFI heeft vier redenen om wel positief te zijn over de overgang waar ik het mee eens ben: alle deelnemers krijgen naar verwachting een hoger pensioen; de buffers blijven voldoende voor koopkrachtbehoud; pensioenverhogingen worden afhankelijk van beleggingsopbrengsten en we krijgen een betere toekomstbestendigheid met het nieuwe stelsel. Meer uitleg hierover staat op de PFI-site” Wat moet hier beslist nog gemeld worden? “Heb je een vraag over pensioen: stel die! Er is veel informatie beschikbaar. Kijk op de website van het pensioenfonds, pensioenfondsing.nl, van onze vereniging, vo-ing.nl of zoek contact met mij via mijn linkedin-pagina.”
“PFI heeft vier redenen om positief te zijn over het 'invaren'. Daarmee ben ik het wel eens”
De samenstelling van de commissie Pensioenen wijzigde recent door de komst van arbeidsrechtadvocaat en oud-collega Mathilde Reintjes. In een paar vragen en antwoorden: wie is Mathilde en waarvoor gaat zij zich sterk maken?
Wat is jouw ervaring met pensioenen? Mathilde: “Die ervaring heb ik na de overstap van ING naar NS opgedaan. Als directeur HRM was ik verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden van de NS-medewerkers. NS heeft een pensioenregeling bij het pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer. Daarvan ben ik in 2019 bestuurslid geworden. Inmiddels heb ik een nieuwe stap in mijn loopbaan gezet: ik ben advocaat arbeidsrecht geworden. Daarmee is de cirkel rond: ik was namelijk advocaat voordat ik bij ING startte. Ik help regelmatig werkgevers en werknemers met zaken waarbij pensioenkennis nodig is. Ik ben naast mijn Arbeidsrechtpraktijk ook nog steeds bestuurslid van Rail & OV. Ook daar zijn we bezig met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.” Wat speelt een hoofdrol bij de commissie Pensioenen, denk je? “Het nieuwe pensioenstelsel en het hoorrecht. Sociale partners, de werkgevers en vakbonden moeten de verenigingen van oud-medewerkers raadplegen voor de overgang naar het nieuwe stelsel. Wij kunnen dus een reactie geven op het plan voor de overgang. In de commissie Pensioenen bereiden we dat voor.” Wat denk jij aan dit belangrijke onderdeel van de verenigingen bij te gaan dragen? “Ik heb inhoudelijke kennis van pensioenen, bestuurlijke ervaring en ervaring in overleg met vakbonden. Vanuit die invalshoeken lever ik mijn bijdrage. We hebben bijvoorbeeld in de commissie Pensioenen afgesproken dat ik de contacten met de vakbonden onderhoud. Dat is belangrijk voor ons hoorrecht dat niet-bindend is. Sociale partners zijn niet verplicht ons oordeel uit te voeren. We willen contacten onderhouden met ze om te bevorderen dat ze ons oordeel ook uitvoeren.” Wat vind je leuk aan pensioenen? “Pensioen zorgt voor een inkomen bij ouderdom en arbeidsongeschiktheid. Het is van groot sociaal belang in onze maatschappij en dat moeten we koesteren. Veel werknemers hebben geen idee hoe belangrijk het is. Daarom is het essentieel om het grote belang te blijven uitdragen.” Wat is jouw persoonlijke standpunt rond het nieuwe stelsel en het al dan niet 'invaren' door PFI? “Ik snap dat het huidige stelsel verandert. Mensen worden ouder, er zijn minder werkenden ten opzichte van gepensioneerden, mensen veranderen vaker van baan. De situatie bij PFI is bijzonder omdat we een relatief rijk en gesloten fonds hebben. Niet alle algemene argumenten voor overgang naar het nieuwe stelsel zijn op PFI van toepassing. Dat roept natuurlijk de vraag op waarom je iets zou veranderen als het nu ook goed is.
Mathilde Reintjes: “... contacten onderhouden met sociale partners ...”
En...? PFI heeft vier redenen om wel positief te zijn over de overgang waar ik het mee eens ben: alle deelnemers krijgen naar verwachting een hoger pensioen; de buffers blijven voldoende voor koopkrachtbehoud; pensioenverhogingen worden afhankelijk van beleggingsopbrengsten en we krijgen een betere toekomstbestendigheid met het nieuwe stelsel. Meer uitleg hierover staat op de PFI-site” Wat moet hier beslist nog gemeld worden? “Heb je een vraag over pensioen: stel die! Er is veel informatie beschikbaar. Kijk op de website van het pensioenfonds, pensioenfondsing.nl, van onze vereniging, vo-ing.nl of zoek contact met mij via mijn linkedin-pagina.”
COMMISSIE PENSIOENEN
'Invaren' in nieuw pensioenstelsel voor alle deelnemers PFI voordelig
Bij sommige leden van VO-ING en VO-NN waren er zorgen over de gevolgen van het nieuwe pensioenstelsel. Maar de commissie Pensioenen is tot de conclusie gekomen dat het 'invaren' in het nieuwe stelsel voor alle deelnemers van Pensioenfonds ING (PFI) voordelig zal uitpakken.
Nu het nieuwe pensioenstelsel er gaat komen, heeft een flink aantal van onze leden – die uiteraard bijna allemaal deelnemers zijn van PFI – hun zorgen geuit over de mogelijke gevolgen van invaren met betrekking tot hun pensioenaanspraken. Dat zijn zorgen als: blijft er een solidariteitsreserve, kan er iemand anders aan het geld komen van het fonds, wat is de kans op korten bij tegenvallende financiële ontwikkelingen en waarom zouden wij het niet bij het oude houden? De nieuwe wet en de implicaties ervan zijn immers vrij complex. De besturen van onze verenigingen hebben aan de commissie Pensioenen om advies gevraagd, zodat zij samen met de ledenraden een standpunt kunnen bepalen dat richting de sociale partners (de werkgevers en bonden) kan worden ingenomen. Voordelig
De commissie Pensioenen is na uitvoerige bestudering van de materie, de door PFI verstrekte informatie met initiële berekeningen en de implicaties ervan tot de conclusie gekomen dat ‘invaren’ van het fonds bij het huidige niveau van de dekkingsgraad (indien de sociale partners dat verzoeken) naar verwachting voordelig zal uitkomen voor alle deelnemers van Pensioenfonds ING. In de onlangs gehouden bijeenkomst van de ledenraad is dit uitgangspunt bekrachtigd. Welke overwegingen spelen in dat besluit een belangrijke rol?
PFI is een gesloten fonds
Bij Pensioenfonds ING speelt een aantal andere zaken dan bij de meeste pensioenfondsen, mede omdat het een gesloten fonds betreft. PFI heeft in 2014 van de werkgevers één grote betaling ontvangen voor alle verwachte toekomstige indexaties van de opgebouwde pensioenrechten. Er wordt geen premie meer betaald in PFI. Nieuwe rechten worden sindsdien opgebouwd in de CDC fondsen van ING en NN (sinds oktober vorig jaar voor NN bij BeFrank). Ook binnen het nieuwe stelsel blijft het PFI-fonds gesloten. Niemand anders dan de deelnemers hebben recht op het opgebouwde kapitaal.
PFI is een rijk fonds
PFI heeft een dekkingsgraad van 156% per eind 2022. Daarmee is het een van de rijkste fondsen van Nederland. Het is de bedoeling dat al dat geld uiteindelijk bij de deelnemers terechtkomt in de vorm van pensioen. Onder de huidige fiscale wetgeving (vanwege het huidige artikel 18b van de Wet op de loonbelasting) kan die rijkdom niet door meer indexaties worden uitgedeeld zonder bovenmatige belasting te betalen en zou het zelfs bij de fiscus terecht kunnen komen. Onder de nieuwe wetgeving veranderen de pensioenaanspraken bij PFI van een uitkeringsregeling naar een premieregeling, ook als er geen premie wordt betaald. Dan gelden er andere, voor het PFI soepeler, regels. Hierdoor zal in het nieuwe stelsel meer kunnen worden geïndexeerd en kan een belangrijk deel van de huidige overwaarde van de 56% versneld worden uitgekeerd, zonder nadelige fiscale consequenties.
Veilig
Elk jaar is er door een toekomstig kortere duur (PFI is immers een gesloten fonds) minder zekerheid nodig, terwijl er door overlijden en beleggingen weer iets bij geplust zou kunnen worden en dus de 56% overwaarde waarschijnlijk meer zal worden. Toch zouden we willen dat we de veiligheidsvoorziening elk jaar weer kunnen vastzetten op het ideale niveau. Dat wil zeggen dat we in de meeste jaren willen kunnen afromen. Dat afgeroomde geld kan verdeeld worden onder de deelnemers. Dat kan ook in het oude stelsel, maar dan kan het uitdelen niet zonder fiscale gevolgen. PFI heeft voldoende reserve om ook onder de nieuwe wetgeving voldoende voorzieningen opzij te kunnen zetten om tegenvallende resultaten te kunnen opvangen. Uitgaande van 156% komt het er per saldo op neer dat er gekozen kan worden om alle pensioenen en pensioenaanspraken te verhogen van 100% naar bijvoorbeeld 120% en de voorzieningen te verlagen van 56% naar 36%. Dit is naar mening van de commissie Pensioenen nog steeds voldoende veilig, maar dit geeft wel 20% meer pensioen(aanspraken) voor iedereen. Uiteraard is dit geen actuarieel verantwoorde berekening, maar het geeft wel duidelijk aan dat de commissie Pensioenen voordelen ziet in het invaren naar de nieuwe regels.
Samenvattend
- Het fonds is gesloten en blijft gesloten na invaren.
- Het fonds is rijk en vanwege het andere belastingregime is invaren gunstig.
- Het fonds is veilig; het blijft -ook na verhoogde pensioenaanspraken- zo veilig mogelijk.
(Peter de Bruijne, Peter Barneveld, namens de commissie Pensioenen)