
Wist je dat NN naast tal van kantoren op enig moment ook 39.000 woningen bezat? Die moesten ooit gebouwd worden en daarna beheerd. Op de onroerendgoedafdeling van NN, later ING Real Estate, werkte tientallen jaren Rob de With. Hij vertelt over deze bijzondere activiteit van NN en zijn ervaringen.
Bij de onroerendgoedafdeling van een verzekeraar is de eerste associatie dat het gaat om het beheer van de eigen kantoren. Dat was voor NN een hele kluif. Maar wie weet nog dat NN ook woningen bouwde? Op enig moment had NN er zelfs 39.000. Dit dus naast een grote portefeuille kantoren. Waarom zoveel huizen? ik zit aan tafel bij Rob en Nelly de With in Zwijndrecht. In een van die voormalige NN-woningen.
Rob: ‘Een verzekeraar ontvangt premies. Dat geld moet op enigerlei wijze veiliggesteld worden. Dat kan met hypotheken, aandelen en leningen. Maar ook met vastgoed. Dat doet het bedrijf voor de lange termijn. We hadden ook vele boerderijen, mede vanwege het land dat erbij zat.’
Tekentafel
Op de vraag hoe Rob, destijds werkzaam bij een petrochemisch adviesbureau, bij NN terecht kwam, volgt een boeiend verhaal over de sollicitatie bij de heer Rademaker, toen adjunct bij Vaste Goederen, zoals dat toen nog werd genoemd. Rob: ‘Nelly werkte toen bij NN op de personeelsafdeling en werd gevraagd een advertentie voor een vacature te maken voor een bouwkundig tekenaar. Ze vroeg mij of ik het een goed idee vond om dat te gaan doen. Ik had daar wel oren naar. Ik kwam als tekenaar binnen bij de heer Rademakers met een koker vol met tekeningen om te laten zien dat ik kon tekenen. Maar die koker is nooit opengegaan. We hebben het over sport gehad, want hij was zelf op nationaal niveau actief met waterpolo. Hij klapte een doos open met van die heipalen van sigaren en we staken er een op. 'Ik zal je toekomstige werkplek laten zien', waar ook de projectleiders aanwezig waren. Ik zie het nog zo voor me. Rechts van de deur stond een tekenbord. Dat was een antiquarisch geval. Dat zag ik direct, want ik had al zes jaar lijnentrekken achter de rug. Ik zei dat het tekenbord en de machine niet goed stonden afgesteld en je het bord niet goed kon richten. Ze geloofden me niet. 'Als er nu iemand mij een stuk papier geeft, kan ik laten zien dat die tekenmachine niet goed staat. Ik zette er een streep mee en ja, hij stond helemaal scheef. Toen ik op 1 augustus begon, stond er wel een nieuwe machine. Rademakers werd later directeur Vastgoed.’
Problemen oplossen
Na bouwkundig tekenaar werd Rob toezichthouder. Hij hield het bouwproces van nieuwe woningen namens NN in de gaten. Het ging dan om woningen in het middensegment, voor de gegoede burgers, in het prijssegment boven de sociale huurwoningen. Maar ook begeleidde hij verbouw- en renovaties, waaronder soms een kantoorproject. Wat deed een toezichthouder? Rob: ‘Soms ging het om het beoordelen van een aan te kopen onroerendgoed. Zo was ik eens in Groningen om een loods te beoordelen die zo slecht was dat ik zelfs weigerde om er in te gaan kijken. Maar ook de renovatie van het kantoor aan de Schiekade. Er woonden nog enkele medewerkers in en alles moest tot kantoor worden verbouwd. Ik ging vaak ergens in het land naar een bouwplaats voor overleg met de aannemer. Of er een patroon in zat? Ja, ik werd vaak ergens naartoe gestuurd omdat er problemen waren die opgelost moesten worden. Ik was de troubleshooter voor het NN-onroerend goed, wat later ING Real Estate ging heten. Ik werd altijd geconfronteerd met projecten waar iets mee aan de hand was. Die mocht ik dan op me gaan nemen. Het gaat om onroerend goed en als daar iets niet goed gaat, lopen de bedragen flink op. Als er mensen wonen, mochten de bewoners zo min mogelijk last hebben van de aanpassingen.’
Ging het wel eens mis?
Rob: ‘Ja, in de Delftse Poort. De architect had een vergissing gemaakt en wij wilden toen zelf het hang- en sluitwerk van alle deuren gaan bestellen en regelen. Maar daarbij deden we iets niet goed waardoor we met een vrachtwagen vol, 500 stuks, verkeerde deurdrangers zaten.’
Rob de With (83) werkte voordat hij in 1967 bij NN Vastgoed begon bij een petrochemisch adviesbureau en studeerde in de avonduren aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten, afdeling Weg- en waterbouw. In 2003 ging hij met pensioen. Hij is lid van de Historische Vereniging Zwijndrecht en verzamelt historische treinmodellen uit de periode 1945 tot 1960 – schaal 1 op 160 – waarvoor hij graag miniatuurgebouwen maakt.
Samen met echtgenote Nelly hebben ze twee kinderen en vier kleinkinderen. Vakantie houden doen ze het liefst in eigen land.
Wat was het leuke van dit werk?
‘Om in een complexe situatie – met opdrachtgever, aannemer, leveranciers en bewoners – toch iets voor elkaar te krijgen. Iets wat gewoon goed was. Heel resultaatgericht en beslist multidisciplinair mag je het wel noemen.’
Een projectaannemer die dwars ligt met een wetboek in de hand, maar één regeltje had gemist waardoor een klus toch kon starten, een verzakkinkje hier en een cruciaal foutje daar. En dan het verhaal van de belangrijke projectleider die zijn vinger in een cirkelzaag kreeg en uitviel, of een klus in de Amsterdamse Poort, het oude MNB-gebouw ("de apenrots"); Rob dist een bonte keur aan verhalen op waardoor het onroerend goed van NN ineens een zeer menselijk gezicht krijgt.
Wat is je levensmotto?
Rob kijkt partner Nelly even vragend aan, maar dan weet hij het: ‘Het glas is altijd halfvol.’
Vertel tot slot eens iets verrassends over jezelf.
‘Ik heb geen rijbewijs. Ik reisde altijd met het openbaar vervoer naar de bouwprojecten. En soms was dat vanaf het station of de bushalte een flink eind lopen. Het is misschien mede om die reden dat ik verzamelaar van miniatuurmodellen van treinen ben geworden. Gelukkig heeft Nelly wel een rijbewijs en een auto. Maar we gaan nooit ver op vakantie. Meestal blijven we in Nederland.’
(Ewald Wagenaar)