Regelmatig spreek ik iemand die vroeger bij NN werkte. Tijdens mijn activiteiten voor onze vereniging zijn dat meestal gepensioneerden. Daarbuiten vooral oud-collega’s die rond de eeuwwisseling bij ons in dienst traden. Vanwege de privatisering van de sociale zekerheid veroverden we toen de markt met inkomensverzekeringen zoals die voor het WAO-gat, ANW-hiaat, de loonderving bij ziekte en het WGA-eigenrisicodragen.
De meeste van hen zijn nog steeds werkzaam, maar lang niet allemaal meer bij NN. Velen vertrokken vrijwillig omdat ze aan iets anders toe waren of elders carrière konden maken. Helaas waren er ook heel wat die gedwongen moesten vertrekken. Bij de zoveelste reorganisatie waren ze boventallig verklaard of werden ze om een andere reden bedankt voor bewezen diensten.
Maar of ze nu gedwongen of vrijwillig vertrokken, maakt niet uit. Vroeg of laat komen in zo’n contact met oud-NN’ers altijd weer boeiende herinneringen naar boven over de gebouwen waarin ze gehuisvest waren, de contacten met collega’s op de werkvloer of de verhoudingen met de buitendienst en het intermediair.
Jan Nijssen, die ik voor dit nummer interviewde, bleek daarop geen uitzondering. Juist om die mooie anekdotes van elkaar te horen, is het belangrijk dat VO-NN niet alleen een behartiger van pensioenbelangen is, maar ook een ontmoetingsplaats biedt aan al die oud-medewerkers van NN. Ook door middel van dit Magazine.
Hasko van Dalen, hoofdredacteur